Verschillende zelfstandige koffiebranders en journalisten vergezelden ons om respectievelijk de oorsprong van hun producten te ontdekken en verslag uit te brengen over de meest actuele uitdagingen op het terrein. 

We konden met onze eigen ogen zien welke positieve impact Fairtrade heeft op de koffieboeren in het globale Zuiden. Zo hadden we de kans om verschillende Fairtrade-gecertificeerde coöperatieven te bezoeken en op het terrein de projecten te bekijken die gerealiseerd worden dankzij de Fairtrade-premies. 

Een uitdaging die in het oog sprong was het gebrek aan regelmatige en voorspelbare inkomsten: slechts een keer per jaar, na de oogst, ontvangen de producenten een uitbetaling. Om die periode te overbruggen hadden ze met de Fairtrade-premie gediversifieerd richting melkvee, wat hen enerzijds toelaat om regelmatige inkomsten te genereren en anderzijds voor meststoffen zorgt die ze kunnen gebruiken voor de koffieteelt. Ook een eigen SACCO (Savings And Credit Cooperative) werd ten dienste gesteld van de gemeenschap om een goedkoper alternatief aan te bieden voor de woekerinteresten rond 24% die de lokale commerciële banken aanrekenen. 

Een andere grote uitdaging waarmee de coöperatieven kampen is die van de nieuwe Europese wetgeving rond ontbossing (EUDR). Het is een huzarenstukje om de coördinaten van de duizenden boerderijen die tot de coöperatieven behoren in kaart te brengen en deze via satellietbeelden te controleren op ontbossing. Fairtrade heeft een lokaal producentennetwerk met relevante expertise zodat de boeren er niet alleen voor staan. We zijn er ook van overtuigd dat natuur en landbouw hand in hand gaan: Fairtrade zet in op zogenaamde “boslandbouw” zodat de koffieplanten, die van nature schaduwplanten zijn, in natuurlijke omstandigheden kunnen groeien en de boeren inkomsten kunnen halen uit de hogere bomen, zoals bananen- en macadamiabomen.